Amenra

De Evenmens from De Doorn

met hart en ziel ik hier nu kniel en geef aan jou mijn hart mijn ziel ik zie ik zoek een god van vlees en bloed al die mij ontviel een gevallen doek met hart en ziel en voor jou viel met hart en ziel zo voor jou viel en ik mijn dank aan jou in tranen giet Zie hoe ik de asse de urne aan je gaf Ik zie ik zoek in stilte mijn eigen graf Ik ben de kilte, de keizer van grote spijt en zie hoe mijn kroon van ijzer mijn huid aan flarden snijdt ik voelde hoe niemand ons begrijpt en volgde mijn wil. mijn wonder door bliksem en donder door liefde en leed verbonden in evenwicht en doelgericht in een oogopslag gekroond heers jij. net als ik, over het verloren woord verkoren door de hoeder. de moeder die van ons elk beviel en heers ik in dit vrije huis en heers ik op dit open erf tot ik sterf ik neem afscheid van dit stervend lichaam dit stervend hart De dagen. zwart Ik verlies me in het vuur elk uur. het grote lijden tegemoet te voet. met jou erbij en ik hou moed verrezen. de hemel ingeprezen onze tijd. samen de eenzaamheid. al mijn liefde gegeven Ik loop het onzichtbaar licht tegemoet.en ik hou moed verbrandt de stilte verbrandt die eenzaamheid en op de as van wat toen was is nu gebouwd ons aller huis ons aller huis ik vond het in de ogen van mn medemens klimmend klauwend uit de dieptes reikte het de hand het maanlicht voor altijd nu in mn huid gebrand verbonden. schuilend in het huis die eeuwig warmte gaf nu hier in deze nacht ik had het niet verwacht ook hier in deze nacht ik had het niet verwacht ik zie je in de ogen van mn medemens en laat daar zo mn hart mn huis nu even onbemand zoals de ziener zoekend tracht en zo zijn pijn verzacht ik had je niet verwacht ons aller huis het houten kruis de verkoolde kelk de moedermelk met hart en ziel de god van vlees en bloed ik hier nu kniel het gevallen doek en jouw grote pijn laat niemand zijn THE EVERMAN everything I reveal at your feet I kneel and give to you all I ever could feel I see I seek a god of flesh and blood the curtain falling I hear him calling onto my knees in the sand for you to command everything I reveal all you have made me feel my gratitude for you measured in tears ashes to ashes clutch the urn that I gave I see I seek in silence. my own shallow grave chilled to the bones I am a king of grief iron crown of thorns cut into my flesh there is no relief I felt how no one ever understood and followed my will my wonder through lighting and thunder to have and to hold the unbreakable mould come what may crowned at a glance you reign. just as I over last and the lost word chosen by our keeper the mother who gave birth to us all thus I rule in this free house thus I rule these open grounds until I die fare thee well my dying body my dying heart the days they depart I lose myself in the fire and hours pass by I approach my greatest loss with you by my side keep courage resurrected. lauded by all our time. together the solitude and all our love was given I applaud the light never seen and I am not afraid burn that silence burn that solitude and from the ashes of what once was we build a home a home for all at home in the gaze of my fellow man crawling clambering reaching for your hand out of the depths moonlight forever etched into my skin connected. finding shelter in the house that I shared its warmth within night falls where we stood I never thought I would as night falls where we stood I never thought I would I saw you in the eyes of my fellow man my heart my home, I have let down my own like a seer wandering across the plain a slow bid to ease his pain I never thought I would a home for all to carry the cross, a fall charred from my quest at peace at my mother's breasts everything I will reveal a god of flesh and blood so real and at your feet I will kneel and as the curtain feel it will start to hear